Direct naar content

Regio Gelderland-Zuid

Regionale arbeidsmarktanalyse primair onderwijs 2024

De arbeidsmarkt in het primair onderwijs is de afgelopen jaren in een rap tempo veranderd. Tot enkele jaren geleden was het voor (startende) leraren nog moeilijk om een baan in de sector te vinden. Die tijd is nu voorbij: de sector heeft te maken met een tekort aan personeel. De personeelstekorten in de sector zijn een groot en groeiend probleem. Toch zal niet elke regio in dezelfde mate te maken krijgen met dit tekort. De arbeidsmarkt in het primair onderwijs heeft namelijk een sterk regionaal karakter, waardoor ontwikkelingen in verschillende regio’s niet per definitie hetzelfde zullen zijn. Voor scholen en schoolbesturen is het daarom belangrijk een goed beeld te hebben van de arbeidsmarkt in hun regio.

Om de sector hierin te ondersteunen, heeft het Arbeidsmarktplatform PO achttien regionale arbeidsmarktanalyses opgesteld. In de analyses worden cijfermatige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in het primair onderwijs per regio in kaart gebracht en toegelicht. Op deze pagina vind je de resultaten voor de regio Gelderland-Zuid. Deze regio bestaat uit de arbeidsmarktregio’s Rivierenland, Rijk van Nijmegen, Midden-Gelderland en Achterhoek. Ben je geïnteresseerd in een andere regionale arbeidsmarktanalyse? Via het drop-down menu kun je eenvoudig een andere regio bekijken.

Ontwikkeling aantal leerlingen

De ontwikkeling van het aantal leerlingen is van belang voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector. De afgelopen jaren werden veel regio’s in Nederland geconfronteerd met dalende leerlingaantallen. Tussen 2019 en 2023 nam het aantal leerlingen in de sector met 2,5 procent af, tot zo’n 1.465.000 leerlingen. Ook in de regio Gelderland-Zuid zien we in deze periode een afname van het aantal leerlingen, in totaal met 3,4 procent. Wel zien we verschillen binnen de regio: de sterkste daling zien we in Midden-Gelderland en Achterhoek (beide circa 5 procent), terwijl de krimp in Rivierenland het minst sterk is (0,9 procent).

De komende jaren zal het aantal leerlingen in Nederland naar verwachting verder afnemen, hoewel minder sterk dan afgelopen jaren. Tussen 2024 en 2028 daalt de basisgeneratie voor het primair onderwijs naar verwachting met 1,1 procent. Ook in de regio Gelderland-Zuid wordt een daling verwacht, van ruim 102.900 kinderen in 2024 tot circa 101.700 kinderen in 2028. Dit komt neer op een daling van 1,2 procent. Ook nu zien we verschillen binnen de regio: de sterkste daling wordt tussen 2024 en 2028 verwacht in Achterhoek (4,7 procent), terwijl het aantal leerlingen in Rijk van Nijmegen naar verwachting groeit (2,4 procent).

Leeftijdsverdeling personeel

De vraag naar onderwijspersoneel wordt niet alleen bepaald door de ontwikkeling van het aantal leerlingen. Ook de uitstroom van personeel, onder andere naar pensioen, speelt een belangrijke rol. Personeel kan ook meer of minder gaan werken of een andere functie binnen de sector vervullen.

De leeftijdsopbouw van het personeel geeft een indicatie van de verwachte uitstroom naar pensioen. Gemiddeld is ruim 21 procent van het personeel (in fte) in het primair onderwijs 55-plus. In de regio Gelderland-Zuid is nagenoeg een even groot deel van het personeel 55-plus: bijna 22 procent. Net zoals in Nederland, is in deze regio vooral onder het directiepersoneel een relatief groot aandeel 55-plussers werkzaam: circa 33 procent in 2023. Ter vergelijking: van al het onderwijsgevend personeel in de regio is ruim 19 procent 55-plus en van al het ondersteunend personeel ongeveer 25 procent. In totaal is bijna 30 van het personeel in deze regio jonger dan 35 jaar. In deze regio is het grootste aandeel 35-minners werkzaam als ondersteunend personeel (ruim 33 procent).


Type contract en aanstellingsomvang

Het grootste gedeelte van het onderwijspersoneel in Nederland heeft een vast contract, namelijk ruim 85 procent. De overige 15 procent werkt in tijdelijke dienst. In de regio Gelderland-Zuid is gemiddeld een groter aandeel in vaste dienst, namelijk circa 87 procent. Wel zien we verschillen naar RPA-regio. Zo werkt in IJssel Rijn een kleiner deel van het personeel in vaste dienst (ongeveer 86 procent), terwijl in Nijmegen het aandeel in vaste dienst hoger ligt (beide ruim 89 procent).

Een aanzienlijk deel van het personeel in het primair onderwijs werkt in een deeltijdbaan. Zo heeft ruim 8 procent een aanstelling van minder dan 0,5 fte. Daarnaast werkt ongeveer een derde van het onderwijspersoneel op basis van een aanstelling van 0,5 – 0,8 fte, terwijl bijna 58 procent meer dan 0,8 fte werkt. In de regio Gelderland-Zuid ligt het aandeel dat meer dan 0,8 fte werkt met gemiddeld zo’n 58 procent iets lager. Wel zien we verschillen naar RPA-regio. In Nijmegen werkt onderwijspersoneel relatief vaak meer dan 0,8 fte (circa 60 procent), tegenover ruim 53 procent in Rivierenland.


Ontwikkeling werkgelegenheid

In 2023 werken er ongeveer 191.200 personen in het primair onderwijs. Samen werken zij zo’n 135.300 fte. De werkgelegenheid in de sector is de afgelopen jaren gestegen. Zo nam het aantal werkzame personen en het aantal fte in de sector tussen 2019 en 2023 met circa 6 procent toe. Ook in de regio Gelderland-Zuid nam de werkgelegenheid toe. Tussen 2019 en 2023 steeg de werkgelegenheid met 2,5 procent, tot ongeveer 10.900 fte. Vooral in IJssel en Rijn nam de werkgelegenheid in deze periode sterk toe, met ruim 6 procent.

De ontwikkeling van de werkgelegenheid (in fte) in Nederland heeft zich niet voor alle functies op dezelfde wijze voorgedaan. Er zijn functies waar de werkgelegenheid tussen 2019 en 2023 is toegenomen, zoals het ondersteunend personeel (bijna 37 procent). Er zijn echter ook functies die in omvang zijn gekrompen, zoals het directiepersoneel (2 procent) en onderwijsgevend personeel (2,5 procent). Ook in deze regio zien we verschillen in de ontwikkeling van de werkgelegenheid tussen het directiepersoneel, onderwijsgevend en het ondersteunend personeel. De werkgelegenheid voor ondersteunend personeel steeg de afgelopen periode fors (bijna 18 procent), terwijl het onderwijsgevend personeel juist in omvang daalde (2,6 procent).

Ontwikkeling instroom en gediplomeerden pabo

De pabo speelt een belangrijke rol op de onderwijsarbeidsmarkt. Niet alleen de kwaliteit van de opleiding, maar ook het aantal studenten dat de opleiding met een diploma verlaat, is daardoor van groot belang. De afgelopen jaren is het aantal pabogediplomeerden in Nederland licht toegenomen. In 2018 waren er 3.603 gediplomeerden. In 2022 is dit aantal toegenomen tot 4.072 gediplomeerden, een toename van 13 procent. In de regio Gelderland-Zuid nam het aantal gediplomeerden in deze periode ook toe. In 2018 waren er in totaal 357 nieuwe gediplomeerden in de regio, ten opzichte van 404 gediplomeerden in 2022. Dit komt neer op een toename van circa 13 procent. Naast gediplomeerden uit de regio kunnen er ook gediplomeerden uit andere regio’s naar deze regio komen om te werken als leraar. Ook kunnen gediplomeerden uit deze regio in een andere regio gaan werken of kiezen voor een baan in een andere sector.

Het aantal studenten dat kiest voor de pabo is de afgelopen periode toegenomen in Gelderland-Zuid. Tussen 2019 en 2023 is de instroom van studenten in deze regio met 1,1 procent toegenomen, tot 479 studenten. Landelijk zien we de afgelopen jaren een lichte stijging van de instroom, namelijk een toename van 3,1 procent.

Arbeidsmarktprognoses

Zonder veranderingen in de omstandigheden staat het primair onderwijs, na een lichte stijging, in 2028 een tekort van circa 3.600 fte aan leraren te wachten. Dit komt neer op een relatieve onvervulde werkgelegenheid van 3,8 procent. Dit betekent dat zo’n 3,8 procent van de werkgelegenheid in de sector niet vervuld kan worden. Wel verschillen de voorspelde tekorten per regio. De hoogte van de regionale tekorten hangt onder andere samen met de ontwikkeling van het aantal leerlingen. Ook de leeftijdsopbouw van het lerarenkorps speelt een rol. In de regio Gelderland-Zuid zal het tekort de komende jaren naar verwachting eerst toenemen, tot 298 fte in 2025. Dit tekort zal daarna weer afnemen tot 267 fte in 2028. In de regio wordt in 2028 het grootste absolute tekort verwacht in Rivierenland (94 fte), en het kleinste tekort in Achterhoek (43 fte).



Meer regionale cijfers?

Scenariomodel PO

Ben je op zoek naar aanvullende gegevens over de arbeidsmarkt in jouw regio, bijvoorbeeld over jouw eigen school, schoolbestuur of samenwerkingsverband? Of heb je een andere vraag over regionale arbeidsmarktgegevens? Het Arbeidsmarktplatform PO helpt je graag. Neem contact met ons op of maak gebruik van één van onze instrumenten, zoals het Scenariomodel PO. Via het Scenariomodel PO kun je zelf een berekening maken van de benodigde formatie op jouw school voor de komende jaren. Door deze gegevens te combineren met de leerlingenprognose zie je op tijd of je schoolbestuur of -locatie te maken krijgt met over- of ondercapaciteit.

De arbeidsmarkt voor leraren po 2023-2028 (Centerdata, december 2023)

Bekijk hier de regionale arbeidsmarktramingen die in opdracht van het ministerie van OCW zijn opgesteld door Centerdata.