Landelijke aanpak personeelstekort
ArbeidsmarktontwikkelingenHet primair onderwijs kent een groot kwantitatief personeelstekort. De instroom van nieuwe leraren en schoolleiders is te klein om het vertrek op te vangen van collega’s die met pensioen gaan, in een andere onderwijssector gaan werken of buiten het onderwijs hun carrière vervolgen. Schoolbesturen, werkgeversorganisaties, onderwijsvakbonden, opleidingen, gemeenten en de landelijke overheid werken samen om het personeelstekort aan te pakken. Om de sector te ondersteunen bij het maken van keuzes heeft het Arbeidsmarktplatform PO informatie verzameld over de landelijke aanpak van het personeelstekort.
Feiten, cijfers en trends over het personeelstekort
Stand van zaken: oktober 2023Naar het personeelstekort nu en in de toekomst wordt uitvoerig onderzoek gedaan, zowel naar de omvang van het tekorten aan leraren en schoolleiders, als de spreiding over het land en de verschillen tussen schoolsoorten. Dat onderzoek wordt uitgevoerd door Centerdata in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het wordt gepubliceerd in de rapportages Personeelstekorten primair onderwijs en De toekomstige arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel po, vo en mbo 2022-2032.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap publiceert ieder jaar op basis van de meest recente tellingen, economische en demografische ontwikkelingen de Referentieraming met actuele prognoses over leerlingen- en studentenaantallen. De belangrijkste resultaten op een rij.
Prognose: het tekort groeit, maar minder hard
Het tekort aan schoolleiders en leraren zal zonder aanvullend beleid verder groeien. De Referentieraming 2023 van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap laat zien dat het aantal leerlingen in het po de komende jaren stabiel blijft. Het aantal gediplomeerden van de pabo blijft ook min of meer gelijk.
Tevredenheid leraren hoog
Leraren werken met plezier. Ruim 84 procent van de leraren in het po is volgens de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2022 tevreden over het werk, zichtbaar hoger dan het landelijk gemiddelde van 78 procent. Uit het onderzoek van TNO/CBS wordt ook duidelijk dat het onderwijs specifieke problemen kent. De werkdruk ligt hoog. 25 procent van de leraren meldt burnout-klachten, 3 procent meer dan het jaar daarvoor. Dat is fors hoger dan gemiddeld in Nederland, waar het burnout-percentage op 20 ligt. De tevredenheid over het salaris is bij leraren po fors gestegen, van 56 naar 65 procent en ligt daardoor boven het gemiddelde van alle beroepen.
Tekort leraren 2022: 9.700 fulltime banen
Centerdata brengt de personeelstekorten – zowel schoolleiders als leraren – heel precies in beeld. Zowel openstaande vacatures als verborgen tekorten worden gemeten. Bij verborgen tekorten gaat het om ongewenste situaties, zoals bijvoorbeeld de inzet van onbevoegde leraren of het samenvoegen van klassen.
Uit de laatste meting van oktober 2022 (gepubliceerd december 2022) blijkt dat het landelijk tekort voor leraren 9,5 procent van de werkgelegenheid van leraren bedraagt, oftewel 9.700 fulltime banen. In andere woorden: bijna 1 op de 10 leraren in het primair onderwijs ontbreekt. Dit is een verdere stijging ten opzichte van het jaar daarvoor.
Maar het tekort is niet evenredig verdeeld over regio’s of scholen. In de vijf grote steden Almere, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht (G5) ligt het aanmerkelijk hoger. Opvallend is dat de tekorten in het basisonderwijs binnen de G5 bijna tweemaal hoger liggen dan daarbuiten. Overigens heeft 37 procent van de scholen nog geen last van het tekort. Dat zijn vrijwel uitsluitend scholen buiten de Randstad.
Daarnaast zijn er duidelijke verschillen naar schooltype. Het speciaal basisonderwijs heeft te maken met de grootste tekorten. Basisscholen met een hoog leerlingengewicht voor onderwijsachterstanden hebben ook méér last van het tekort dan scholen zonder gewicht. Kijkend naar de cijfers is duidelijk dat complexere scholen – speciaal onderwijs en scholen met veel achterstandsleerlingen – meer moeite hebben om voldoende personeel aan te trekken.
Tekort schoolleiders: 1.120 fulltime banen
Het totale landelijk gemiddelde tekort aan schoolleiders bedraagt 13,6 procent van de werkgelegenheid voor schoolleiders. Dit komt overeen met 1.120 fte. Omdat schoolleiders gemiddeld een aanstelling van 90 procent hebben, zijn er dus ruim 1.200 nieuwe personeelsleden nodig. De tekorten onder schoolleiding zijn buiten de grote steden relatief hoger dan die onder leraren. Het tekort aan schoolleiding binnen en buiten de grote steden is juist kleiner dan het tekort aan leraren.
Prognose: het tekort groeit, maar minder hard
Het tekort aan schoolleiders en leraren zal zonder aanvullend beleid verder groeien. De Referentieraming 2022 van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap maakt een aantal trends zichtbaar. Zo is in het coronajaar 2021 een plotselinge geboortegolf zichtbaar. Het CBS verwacht dat deze toename van het aantal geboortes nog even aanhoudt. Hierdoor neemt vanaf 2025 het aantal leerlingen in het po toe in plaats van af. Daarnaast is na een piek in van het aantal eerstejaars op de pabo in 2020 vervolgens in 2021 weer een forse daling zichtbaar. Verwacht wordt dat in 2022 die daling doorzet. In de referentieraming zijn de gevolgen van de oorlog in de Oekraïne nog niet meegenomen. Door de vluchtelingenstroom zijn er bijvoorbeeld meer leerlingen. Ook de economische situatie kan van invloed zijn op de leerlingenaantallen en tekorten. Bijvoorbeeld door inflatie of zelfs een recessie.
Al met al verwacht Centerdata in de Arbeidsmarktbarometer 2022-2032 een lichte afname van de tekorten. Zonder aanvullend beleid zal dat uitkomen op 2500 in 2026 en 7000 in 2032. In de vorige raming was dat elk jaar 2000 fte hoger. Die afname – maar nog steeds groei – komt volgens de onderzoekers door vooralsnog eenmalige groei van het aantal paboafgestudeerden.
Tevredenheid en status
In het primair onderwijs – basisscholen en speciaal onderwijs – werken in 2021 ruim 186.000 mensen. Leraren, ondersteuners en schoolleiders. Samen vervullen ze meer dan 133.000 fulltime banen.
Tevredenheid leraren hoog
Leraren werken met plezier. Ruim 84 procent van de leraren in het po is volgens de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2021 tevreden over het werk, zichtbaar hoger dan het landelijk gemiddelde van 79 procent. Uit het onderzoek van TNO/CBS wordt ook duidelijk dat het onderwijs specifieke problemen kent. De werkdruk ligt hoog. 22 procent van de leraren meldt burnout-klachten, tegen 17 procent gemiddeld in Nederland. De tevredenheid over het salaris ligt iets lager dan het gemiddelde.
Mede door die hoge werkdruk en de lage tevredenheid over de beloning is in combinatie met een krappe arbeidsmarkt de laatste jaren een fors tekort ontstaan aan leraren en schoolleiders. Dat is overigens niet voor het eerst: tekorten en overschotten aan leraren wisselen zich al een eeuw af, zo blijkt uit een analyse van de onderwijsvakbond AOb over de arbeidsmarkt voor leraren tussen 1930 en 2017 en het overheidsbeleid. In de loop van 2015 wordt duidelijk dat het primair onderwijs afstevent op grote tekorten, onder meer omdat de populariteit van de lerarenopleiding basisonderwijs (pabo) daalt.
Populariteit pabo daalt
Lange tijd ging tussen de 8 en 10 procent van alle eerstejaars in het hoger beroepsonderwijs naar de pabo. Zowel de instroom in absolute aantallen als het marktaandeel van de pabo’s binnen het hbo daalt vanaf 2005. In 2015 worden voor mbo-studenten en havo-leerlingen de toelatingseisen verscherpt, waardoor de daling versnelde. Daarna zet een voorzichtig herstel in, met een piek in het eerste coronajaar 2019, waarna de instroom opnieuw licht daalt. Het zijn vooral vrouwen die vanwege het lage salarisperspectief en vrees voor hoge studieschulden het lerarenberoep vaker links laten liggen, constateerde onderzoeker Bas Karreman van de Erasmus Universiteit Rotterdam in een artikel in het tijdschrift ESB. In 2022 zal het marktaandeel van de pabo’s licht stijgen doordat er in totaal minder eerstejaars zijn en de pabo licht groeit.
Status onder druk
Naast het dalende marktaandeel staat ook de maatschappelijke status onder druk, zo blijkt uit de studie Status en imago van de leraar in de 21ste eeuw van het Researchcentrum Onderwijs en Arbeidsmarkt uit 2017. Daarin wordt het prestige van meer dan honderd beroepen onderling met elkaar vergeleken in een statusladder. Deze is vervolgens naast eerdere statusladders gelegd, waardoor ook in de tijd een statusdaling of stijging gemeten kan worden. Hoofdconclusie van het onderzoek in 2017 is dat de status van de meeste beroepen min of meer of meer gelijk blijft. Een opvallende uitzondering zijn de lerarenberoepen: alle drie dalen ze op de statusladders qua positie. Het sterkst is dat bij de eerstegraadsleraar in de bovenbouw van vwo en gymnasium, maar ook bij de leraar basisonderwijs is een neerwaartse trend te zien.
Die daling is volgens Cörvers en zijn collega’s opmerkelijk, slechts een gering aantal andere beroepen maken zo’n daling door. Het gaat dan om journalisten, pastoors en dominees en gemeenteambtenaren. Beroepen die gestaag op de statusladder stijgen zijn er veel meer, met als uitschieters verpleegkundigen en profvoetballers.
Positie leraar daalt op statusladder
In het onderzoek werd ook aan panels van leraren, leraren in opleiding, ouders en een doorsnee van de bevolking gevraagd hoe zij denken dat de bevolking het beroep van leraren basisonderwijs waarderen op een schaal van 1 tot 5. Opvallend is dat leraren in het primair onderwijs fors onderschatten hoe hoog de bevolking ze waardeert. In plaats van een 3,2 denken leraren dat die waardering 0,7 punt lager ligt.
Het ROA-onderzoek heeft ook een aantal verklaringen gegroepeerd die vaak werden genoemd voor het dalende beroepsprestige van leraren:
- Men vindt dat er tegenwoordig weinig respect is voor leraren. Leerlingen van tegenwoordig zijn veranderd
- Leraren geven aan dat ouders steeds meer denken dat ze ‘maar wat doen’ en dat veel van de lesstof ook via bijvoorbeeld het internet wel vergaard kan worden
- Rol van de media: men vindt dat leraren vaak negatief in beeld zijn
- Leraren vinden dat de waardering voor leraren sterk afhankelijk is van de resultaten die het kind op school behaalt
- Men verwacht van leraren steeds meer (ook) een opvoedkundige rol
- Men vindt dat de werkdruk hoog is en dat dat vaak niet wordt gezien, men denkt dat leraren alleen maar vakantie hebben
Schrijf je in voor onze maandelijkse nieuwsbrief
Vul je e-mailadres in en blijf op de hoogte van ontwikkelingen in het primair onderwijs en onze publicaties, bijeenkomsten & kennissessies.