Direct naar content

Lesobservatie bij startende leraren

Praktijkverhalen 21 november 2019

Bij Stichting Peelraam staan starters er niet alleen voor

Het is de praktijk op veel basisscholen: starters worden hartelijk verwelkomd, ze krijgen praktische informatie en daarna gaat de deur van hun klas dicht en staan ze er alleen voor. Ook op de scholen van de Stichting Primair Onderwijs Peelraam in Noord-Brabant ging dat lang zo. Maar dat is veranderd, vertelt bovenschoolse coach Nancy Verheijen. Onder meer door het project Kom kijken in de klas. ‘De starters voelen zich nu meer gezien en ze willen allemaal groeien.’

Kom kijken in de klas

Nancy is een ervaren coach die al 9 jaar starters begeleidt. Nu doet ze dat als schoolcoach binnen het project Kom kijken in de klas, waar de stichting Peelraam sinds september 2017 aan meedoet. Nancy licht toe: ‘Als onderdeel van het project zijn leerkrachten gevraagd om schoolcoach te worden. De schoolcoaches kregen een training om te leren werken met het ICALT-instrument. Dit is een digitaal scoreformulier waarmee je de verschillende niveaus in ontwikkeling van de starters kunt observeren.’

Zone van naaste ontwikkeling

Met de komst van de schoolcoaches en het ICALT-instrument is de begeleiding van starters meer gestructureerd, volgens Nancy. ‘Nu kunnen we aan de hand van observaties vooruitgang in kaart brengen. De zone van naaste ontwikkeling wordt zichtbaar: het eerstvolgende gebied waarop een starter zich kan ontwikkelen. Daarnaast nemen de starters binnen onze stichting ook deel aan leernetwerken. In deze leernetwerken bepalen ze zelf welke thema’s ze willen onderzoeken, bespreken en verkennen.’

Objectieve begeleiding

Alles bij elkaar is het best intensief voor een starter, ervaart Emiel Viersma. Sinds 2 jaar werkt hij fulltime voor de Stichting PO Peelraam, nu in de combinatiegroep 6, 7 en 8. Toch is hij veel positiever over het huidige begeleidingstraject dan over de begeleiding die hij in zijn eerste jaar kreeg. ‘Via het ICALT-instrument word ik objectief geobserveerd in de klas. Het fijne van de methode vind ik dat het niet gaat om goed of fout, maar om je ontwikkelpunten. Bij mij kwam er uit de observaties dat ik leerlingen nog meer kan activeren en stimuleren, bijvoorbeeld via activerende lesvormen. In dat onderwerp verdiep ik me nu, zodat ik het straks kan toepassen.’

Kruisbestuiving

‘Sommige starters vinden de observaties wel spannend’, weet Emiel. ‘Je wordt je heel bewust van je handelen.’ Om het laagdrempeliger te maken, zijn de schoolcoaches gekoppeld aan een startende leraar van een andere school binnen de stichting. De starters worden dus niet geobserveerd door een directe collega en dat werkt goed.

Emiel: ‘Je leert elkaar steeds beter kennen. Het gesprek na een observatie is heel leerzaam en constructief. Daarbij leert de schoolcoach ook weer van mij, dus het is een soort kruisbestuiving. Voor mij biedt het echt meerwaarde om met een collega over de inhoud van je werk te kunnen praten. Het observatie-instrument geeft goede aanknopingspunten voor mijn coach om mij te begeleiden. Maar het geeft mij en andere starters ook handvatten om het gesprek aan te gaan over punten die ik meer zou willen toepassen. Dus het werkt twee kanten op.’

Bijdrage starters aan onderwijs

Nancy hoopt dat de lesobservaties straks voor iedereen gewoon worden. ‘Het mooie van dit project is dat het starters stimuleert vanuit een intrinsieke motivatie aan de slag te gaan met hun ontwikkeling. Dat is waardevol, want met een goede begeleiding van de startende leraren zorgen we ervoor dat zij graag in het onderwijs willen blijven werken.’