Direct naar content

Leerkrachten Op d’n Esch professionaliseren door te leren van video-opnames

Praktijkverhalen 2 september 2019

Een video-opname van jezelf voor de klas terugzien is confronterend, maar het is ook ‘leuk’ en ‘prettig’ om jezelf te observeren. Dat vinden leerkrachten Marije Verbeek, Moniek Hummelink en Ellen Venderbosch van IKC Op d’n Esch in Eibergen. Hun school werkt sinds twee jaar met de video-interactiemethodiek, een methode om professionalisering en een open leercultuur te stimuleren. Leerkrachten leren via de video-opnames van hun eigen lessen of die van collega’s.

v.l.n.r. Moniek Hummelink en Ellen Venderbosch van IKC Op d’n Esch

Inzichten

Moniek Hummelink en Ellen Venderbosch kwamen in 2017 bij het IKC werken. Zo van de pabo, waar video-inzet normaal was. Voor hen is het dus niet nieuw om hun eigen lessen terug te zien en ze zijn enthousiast over de methode.

‘Ik wil dit soms wel twee keer per week gebruiken; zo veel kansen zie ik. Dan zet onze directeur bijvoorbeeld de klas op z’n kop en wil hij weten of ik weer orde in de chaos krijg. Erg leuk om terug te zien hoe ik dat doe.’

Ellen

Marije is een meer ervaren docent, die elf jaar leerkracht is bij Op d’n Esch. Toen zij voor het eerst een video-opname van zichzelf voor de klas bekeek, zag ze dat de leerlingen de aandacht verloren tijdens haar verhaal, ze wilden aan het werk. Door de reactie van de groep besefte ze: ‘Wat ben ik veel aan het praten; dat kan wel minder.’ Sindsdien houdt ze de klok meer in de gaten.


Lerende leerkracht

De school startte twee jaar geleden met het videosysteem. Elke leerkracht moet het minimaal twee keer per jaar inzetten.

‘Je kunt jezelf verder professioneel ontwikkelen als leerkracht door met elkaar mee te kijken en zo van elkaar te leren. Bij ons op school is er geen tijd voor fysiek klassenbezoek. Dankzij video-opnames hoef je niet uit je groep en kijk je gewoon na de les naar jezelf. Of een ander.’

Marije

De school past de techniek inmiddels volop toe; als iemand start met kind-/oudergesprekken, een nieuwe werkvorm of bij een POP-gesprek (leerdoelen stellen). Parttimers vergelijken ermee hoe de ander met dezelfde klas omgaat. ‘En als ik iets niet weet, vraag ik wie daarover een video wil delen’, stelt Ellen. Ze laat zelfs wel eens beelden aan de klas zien. Wat blijkt? ‘Dan corrigeren de kinderen elkaar!’ Dankzij de video’s kunnen ouders waar nodig ook gedragsproblemen van hun kind op school terugzien.

Jezelf observeren of ideeën opdoen

Moniek ontdekte dankzij opnames onder meer haar stopwoordjes. ‘Ik zei steeds ‘goed gedaan’ of ‘ja’, waar anderen ‘eh’ zouden zeggen. Nu varieer ik meer.’ Marije deed vooral leuke ideeën op door video’s van anderen. ‘Zo zag ik een collega werken met zogenaamde ijslollystokjes waar de namen van alle leerlingen opstaan; eerlijk om zo groepjes samen te stellen en kinderen een voor een de beurt te geven.’ Ellen gebruikt video’s om te kijken waardoor kinderen wel of juist niet meedoen. ‘Ook zie ik altijd wel iets dat me in de les niet opviel. Zoals een kind dat niet meekomt of dat juist ontzettend goed meedoet. Prettig mezelf zo te observeren.’

Worden leerkrachten van al dat oefenen niet verbetermoe? ‘Ik leer juist ook te kijken naar wat goed gaat’, ontkracht Moniek. Daarbij geniet ze ervan terug te zien hoe de kinderen aan haar lippen hangen; iets waar een collega haar op wees. Ellen vindt dat het bovendien lucht geeft te laten zien dat je niet volmaakt bent. ‘Je mag fouten maken. En je geeft op jouw manier les; dingen moeten ook bij je passen.’

Tijdwinst

Scholen die beginnen met video-opnames, moeten rekening houden met drempeltjes. Ervaren leerkrachten hebben bijvoorbeeld een zetje nodig om met de techniek te werken. Ook zeggen ze vaak: ‘Daar heb ik geen tijd voor.’ ‘Onzin,’ vindt Ellen, ‘het levert juist tijdwinst op! Je hoeft bijvoorbeeld niet naar een andere school om mee te kijken bij een nieuwe methode.’ Gelukkig leeft het inmiddels bij Op d’n Esch. ‘Sommigen vragen nu hoe ik een nieuwe werkvorm toepas. Dan stuur ik een eigen filmpje door.’

Tips voor scholen die aan de slag willen gaan met observatie

Scholen die ook elkaar of zichzelf willen observeren, raadt Moniek aan: ‘Leen eens zo’n setje met tablets. En film dan vanuit twee hoeken jezelf én de klas. Zo zie je meer. Wees ook niet bang voor de privacywet; als iemand niet gefilmd wil worden, zet je die persoon net buiten beeld. Zet dan wel af en toe de camera’s uit om dat kind óók bij je les te betrekken.’

Moniek tipt verder om vooral op tijd voor te bereiden. ‘Check een dag voor de tijd of de tablets opgeladen en geüpdatet zijn. En vind je het moeilijk als iemand in de klas meekijkt? Filmen is dan juist prettiger. Jij beslist namelijk wat anderen zien. Knip bijvoorbeeld alleen een stukje eruit waar je reactie op wilt.’

Naar een professionele leercultuur

De meerwaarde van de methode voor de organisatie is volgens de drie dat die ziet wie waar goed in is en waar ze beter in kunnen worden. ‘Er ontstaat bovendien een prettige leercultuur’, ervaart Marije: het wordt heel gewoon om te kijken op welk gebied je jezelf kunt ontwikkelen en elkaar om feedback te vragen. ‘Je hebt wel een goede en open sfeer nodig om hiermee te werken’, zeggen de drie leerkrachten. ‘Ontbreekt dat, dan is het eng om beelden te delen.’ Hun advies aan schoolbesturen is dan ook: ‘Laat leerkrachten de voordelen zien en leg het niet van bovenaf op. Koppel bovendien altijd een doel aan de opname. Dat motiveert.’