Werkdruk, een kwestie van disbalans
Voor de coronacrisis was de werkdruk in het onderwijs al hoog, nu komt de coronacrisis er nog eens bovenop. Eisen aan leraren zijn hoger dan ooit. Toch hoeven toenemende eisen niet per se negatief te zijn. Voor sommigen betekenen ze juist een extra uitdaging. Werkdruk heeft namelijk alles te maken met een disbalans tussen je taakeisen en de mogelijkheden die je hebt om aan die eisen te voldoen. En een goede balans ziet er nou eenmaal voor iedereen anders uit.

Tinka van Vuuren – Bijzonder hoogleraar Vitaliteitsmanagement aan de Open Universiteit en senior-consultant bij Loyalis Kennis & Consult en auteur van ‘Een leven lang vitaal in het onderwijs‘
Het belangrijkste dat je als schoolleider kunt doen om werkdruk onder leraren in jouw school tegen te gaan? Ga met ze in gesprek. Elke leraar is anders en deze tijd vraagt van leraren allerlei verschillende vaardigheden. Het gaat niet alleen om praktische zaken zoals online lesgeven. Heb ook oog voor de emotionele kant van onderwijs op afstand. Denk aan leerlingen met moeilijke thuissituaties en de zorgen die deze voor leraren met zich meebrengen. Onderzoek of leraren in jouw school voldoende hulpbronnen hebben om hiermee om te gaan.
Hulpbronnen en buddysysteem
Iedere leraar heeft zijn eigen talenten. Haalt een leraar in jouw school energie uit nieuwe, online lesmethoden ontwikkelen en neemt hij hier graag andere collega’s in mee? Dan kun je diegene bijvoorbeeld aanwijzen als buddy voor andere leraren. Als schoolleider heb je een aanmoedigende rol, maar je kunt niet alles in je eentje regelen. Laat andere mensen taken oppakken waar ze energie uithalen. Dat is niet alleen prettig voor jou, maar ook voor je collega’s. Autonomie in het werk kan de ervaren werkdruk namelijk aanzienlijk verlagen. En alle recente veranderingen bieden natuurlijk ook veel leerkansen.
Met plezier, productief én gezond aan het werk
Waar het ook nu om draait, is dat mensen met plezier, productief en gezond aan het werk blijven. Wat daarvoor belangrijk is, is dat er een goede fit is tussen wat jij als persoon kan, wat het werk en je privé-situatie van je vragen en wat de maatschappij van je vraagt. Corona wijst ons erop dat het niet alleen om de werksituatie gaat. Ook in je privé-leven kunnen veel dingen veranderen. Zo heb je misschien je eigen kinderen ineens thuis, de zorg voor je ouders of zorgen over de werksituatie van je partner. Iedereen moet niet alleen zijn werk goed doen, maar ook nog eens al die andere ballen in de lucht houden. Daar moet je als schoolleider ook oog voor houden.
Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden
Ga niet alleen aan de slag met het voorkomen of tegengaan van werkdruk. Ga juist met iedereen de dialoog aan. Hoe zorg je ervoor dat je de mensen die nu juist heel goed functioneren ook een extra zetje kunt geven en dat ze goed blijven presteren? Houd iedereen in het vizier en houd daar aandacht voor. Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden. Dat geldt ook voor de schoolleider zelf. Je bent in deze tijd veel bezig met brandjes te blussen. Probeer niet alleen reactief, maar ook proactief bezig te zijn én te blijven.
Stel en herstel prioriteiten
De kans is groot dat je agenda door de coronacrisis helemaal is omgegooid. Het vinden van een nieuwe rekenmethode of het bijwerken van administratie zijn nu geen prioriteiten en dat is ook helemaal niet erg. Laat tegelijkertijd de teugels niet helemaal vieren, want dat is ook een risico. Zorg bijvoorbeeld dat er toch aandacht blijft voor de gezondheid, de vakbekwaamheid en de motivatie van de mensen. Dat kan je niet te lang uitstellen, dan krijg je grote brokken. Ook hier gaat het weer om het vinden van een balans.
Omgeving, samenwerking en autonomie
Het belangrijkste dat je kunt doen, is ervoor zorgen dat er een plezierige werksfeer is. Als het niet goed gaat, denken we vaak dat het aan de persoon ligt. Dat iemand vitaler kan worden door bepaalde vaardigheden op te doen, of meer te bewegen bijvoorbeeld. Maar is dat eigenlijk nooit zo. Kijk naar de omgeving, hoe je werk organiseert, de samenwerking en de autonomie van de mensen. De sleutel is juist de combinatie van al deze factoren en een gedeelde verantwoordelijkheid.
Tot slot: laat nieuwe kennis niet liggen
Iedereen in het onderwijs heeft ontzettend veel geleerd door het werken nu, omdat we in de praktijk op een andere manier moeten werken. Het informele leren dus eigenlijk! Zo zien we dat we anders onderwijs kunnen geven door bijvoorbeeld kortere opdrachten te geven. Zorg ervoor dat je nu al nadenkt over hoe je die kennis kunt vasthouden. Je kunt nu al aan collega’s vragen: wat vind je prettig aan de huidige manier van werken? Vraag iedereen om drie punten op te schrijven en kijk er in september nog eens na. Zo kun je goed voorbereid aan de slag met het doorvoeren van verbeteringen, als het stof van de coronacrisis een beetje is neergedaald.
Benieuwd naar het boek ‘Een leven lang vitaal in het onderwijs‘? Bekijk meer informatie op de website van uitgeverij Pica.