Direct naar content

Praktijkverhaal Het goede gesprek: Klassenbezoek als basis voor ontwikkelingsgesprek

Praktijkverhalen 23 januari 2024

Met startgesprekken, klassenbezoeken en zelfgemaakte mini-POP’s staan de ontwikkeling en eigen regie van leraren en het team centraal op OBS De Groeiplaneet. ‘Een goed gesprek is belangrijk, want net als voor leerlingen is het welbevinden ook voor leraren de basis om je te kunnen ontwikkelen’, zegt directeur Ellen van den Brand.

Op een pas gefuseerde school, waarvan de klassen verdeeld zijn over twee locaties – weliswaar met nieuwbouw in het vooruitzicht – moet je extra aandacht schenken aan verbinding, vindt Ellen van den Brand, directeur van OBS De Groeiplaneet in Krimpen aan den IJssel. ‘Goede gesprekken, formeel en informeel, zijn nodig om te weten wat er speelt. Een goed persoonlijk contact draagt bij aan het welbevinden. Net als voor leerlingen is dat voor leraren een voorwaarde om je te kunnen ontwikkelen en een sterk team te vormen.’

Gelijkwaardig gesprek

‘Mijn idee van Het goede gesprek? Dat we het alle twee met energie afsluiten. Ik als directeur, dat ik weet waar deze leraar voor staat en wat hij of zij nodig heeft. En de leraar moet zich gezien en gehoord voelen, als onderdeel van de school. Niet iedereen is hetzelfde, of heeft dezelfde behoefte, maar dat hoeft ook niet. Samen een team vormen, daar gaat het om. Daarin zijn we gelijkwaardig, al hebben we ieder een eigen rol.’

Een startgesprek bij de aftrap van het schooljaar

De school is afgestapt van de cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken. In de nieuwe situatie is gekozen voor een gestructureerde aanpak om Het goede gesprek te kunnen voeren met alle leraren en medewerkers. En dat begint met een startgesprek als in augustus de scholen weer beginnen. Van den Brand: ‘Met elke leraar plan ik zo snel mogelijk na de vakantie een gesprek in. Je kunt daar niet twee maanden mee wachten.’

‘Ik merk dat leraren meer eigenaar zijn van hun ontwikkeling. Ze praten onderling vaker over hun werk: hoe pak jij dit aan of hoe werkt dat bij jou?’
Ellen van den Brand, directeur OBS De Groeiplaneet

Hoe gaat het met je?

Gesprekonderwerpen – ze staan op één A4-tje – zijn overzichtelijk. Het begint met een belangrijke vraag, aldus Van den Brand, namelijk: Hoe gaat het met je?
‘Verder hebben we het over het komende jaar, welke plannen je hebt, wat wil je dit jaar doen op school? Of bovenschools, want daar kan natuurlijk ook een uitdaging liggen. We bespreken energiegevers en energienemers. Het zijn altijd mooie gesprekken!’
Van het startgesprek, dat zo’n half uur duurt, maakt de leraar een kort verslag zodat het terug te lezen is in het systeem. Een handtekening hoeft er niet onder, maar dat betekent niet dat je het kunt overslaan, aldus Van den Brand.

Klassenbezoek en mini-POP

Daarnaast spreekt zij drie keer per jaar alle leraren over hun concrete ontwikkelplan, de mini-POP, dat zij opstellen na een klassenbezoek. Deze gesprekken vervangen het jaarlijkse functioneringsgesprek waaraan een POP-gesprek was gekoppeld.
‘Het nadeel daarvan was dat het niet leefde. Aan het einde van het schooljaar dacht je: O ja, wat hadden we ook al weer afgesproken? Daarom zochten we naar een andere invulling. In mijn visie heeft deze school, in de ontwikkeling die we nu doormaken, meer structuur en aandacht nodig. Daarom is gekozen om vaker bij elkaar in de klas te kijken en van daaruit een ontwikkelplan op te stellen.’

Kijkwijzer voor gerichte observaties

De vraag is wat zo’n klassenbezoek dan moet opleveren. Daarvoor bedachten de lerarenteams Kijkwijzers, een checklist om gericht te kunnen observeren. Er is een algemene, waarin de EDI-aanpak onder de loep wordt genomen en een die over het rekenen gaat. Samen met de IB’er of de rekencoördinator, bezoekt Van den Brand een klas en observeren zij wat er gebeurt.
‘Met de Kijkwijzer kun je preciezer waarnemen: het gaat over instructie, lesdoelen, pedagogisch handelen of de sfeer in de klas. Dezelfde dag nog is het gesprek met de leraar ingepland. Dan bespreken we wat iemand wil leren of verbeteren in een mini-POP. Dat hoeft niet per se een cursus te zijn. Je kunt ook van je collega’s leren. Belangrijk is dat de leraar zelf de regie heeft. De afspraken die hieruit komen, maken we SMART.’

Het goede gesprek op basisschool De Groeiplaneet: startgesprek, klassenbezoek en mini-POP

  • Met elke leraar heeft de directeur bij het begin van het schooljaar een startgesprek. Persoonlijke vragen, maar ook over het werk: wat energie geeft en wat niet.
  • Drie keer per jaar is er een klassenbezoek, van de directeur en IB’er of rekencoördinator waarbij aan de hand van zelfontwikkelde Kijkwijzers observaties worden gedaan. In het ontwikkelgesprek direct na afloop bespreken zij dit met de leraar en stellen zij een mini-POP op met SMART-afspraken. De leraar heeft daarbij de regie.
  • Beoordelingsgesprekken vinden alleen plaats in geval van een nieuw contract of verlenging, promotie of disfunctioneren.

Leren van elkaar

De school is vorig jaar begonnen met de klassenbezoeken en de mini-POP’s. Drie keer per jaar bleek het beste te zijn, ook in verband met vakanties en de verhuizing die op stapel staat. Je moet het heel goed plannen, is de ervaring van de directeur. ‘Je werkt met parttimers en fulltimers, de dagen zitten snel vol met lessen, vergaderingen of oudergesprekken. En dan hebben we ook nog die twee locaties.’

Van den Brand ziet tot haar vreugde dat de mini-POP’s ervoor zorgen dat leraren meer eigenaar zijn van hun ontwikkeling. ‘Ik merk dat ze vaker onderling over hun werk praten: hoe pak jij dit aan of hoe werkt dat bij jou? Uit die gesprekken blijkt dat wij veel expertise in onze school hebben, ook bij startende leraren. Die uitwisseling moet je wel organiseren, dat gaat niet vanzelf. Ja, ook op een kleine school, want de dagen zijn altijd vol en we hebben geen gemeenschappelijke pauzes vanwege het continurooster. ‘

Natuurlijk moest iedereen wel even wennen aan deze nieuwe aanpak. Ook de fusie bracht onrust met zich mee. Maar het team heeft zich gezamenlijk uitgesproken om een professionele leergemeenschap te willen zijn en gaat ervoor, zegt zij. ‘Bevlogen en geïnspireerde leraren zorgen voor beter onderwijs! Onderling van elkaar leren, echt samenwerken en vertrouwen in je collega’s hebben horen daarbij. Daarbij past wel een volwassen aanspreekcultuur. Om ons daarin te oefenen hebben we een bureau ingehuurd, voor trainingen in oordeelvrij communiceren. Daar gaan we komend jaar mee verder.’

Tips van Ellen van den Brand voor Het goede gesprek

  • Plan gesprekken heel goed in en communiceer duidelijk wat je van leraren en het team verwacht.
  • Kijk zorgvuldig naar wat jouw leraren en de teams nodig hebben. Nu werken de startgesprekken bijvoorbeeld goed bij ons, maar misschien is dat over een tijdje anders en voeren leraren die gesprekken liever onderling. Dat is ook prima.

Dit is het vijfde artikel van de serie Het Goede gesprek.