Jezelf ontwikkelen, er is geen plek waar dat beter kan dan op school. Dat geldt voor leerlingen, maar ook voor leraren en ander onderwijspersoneel. Je bent immers nooit uitgeleerd. Investeren in het opleiden van mensen is voor de schoolorganisaties in de RAP-regio Noord-Limburg[1] daarom vanzelfsprekend. Net zo vanzelfsprekend als de gedeelde verantwoordelijkheid voor de aanpak van het personeelstekort. ‘Die verantwoordelijkheid voelen we allemaal’, aldus Hennie Biemond, voorzitter van het bestuurlijk overleg van de RAP-regio. ‘Het gezamenlijke initiatief om binnen de RAP-regeling een regionaal opleidingstraject voor schoolleiders te starten, werd dan door de deelnemende schoolorganisaties dan ook enthousiast ontvangen.’
Eén van de deelnemers aan dit opleidingstraject is directeur Emma op het Veld. Nog geen twee maanden eerder was ze gevraagd om leiding te geven aan basisschool de Horizon in Grashoek, onderdeel van Stichting Prisma, toen deze kans voorbij kwam. ‘Voor mij is dit opleidingstraject ideaal. Niet alleen qua timing, maar ook omdat het letterlijk en figuurlijk dicht bij huis is.’
Dicht bij huis leren en ontwikkelen
Dat de opleiding dicht bij huis is, is geen toeval. Hennie vertelt: ‘We wilden de opleiding zo laagdrempelig mogelijk maken door de colleges en werkgroepen op een van de eigen locaties te laten plaatsvinden. Daarnaast vinden we het belangrijk dat de inhoud van de opleiding aansluit bij de dagelijkse, regio-afhankelijke praktijk van onze toekomstige schoolleiders. Op basis van deze voorwaarden hebben we in eerste instantie drie aanbieders van geaccrediteerde schoolleidersopleidingen geselecteerd. Onderwijsadviesbureau Onderwijs Maak Je Samen sloot uiteindelijk het beste aan bij onze wensen.’ Brigit van Rossum, opleidingsdocent bij Onderwijs Maak Je Samen, vertelt: ‘Voor een registratie in het Schoolleidersregister PO moet elke opleiding aan dezelfde eisen voldoen, maar je kunt er qua invulling wel je eigen kleur aan geven. Zo staan bij ons ondernemerschap en gespreid leiderschap centraal. Dat past bij het type schoolleiders waaraan in deze regio behoefte is. Daarnaast hebben we er in overleg voor gekozen om gastcolleges te laten verzorgen door professionals uit de eigen schoolorganisaties. En ook niet onbelangrijk: de toekomstig schoolleiders werken samen in kleine leerteams waarbij ze elkaars scholen goed leren kennen en direct een waardevol netwerk opbouwen in de regio.’
Van basisbekwaam naar vakbekwaam
De eerste lichting is in maart 2022 gestart met de opleiding Basisbekwaam. Emma vertelt: ‘Daarbij lag de nadruk op de maatschappelijke opdracht van de school en wie je bent als leider. Vooral dat laatste was soms best confronterend. Je ontdekt hoe je reageert in bepaalde situaties en welke competenties je wanneer moet inzetten om het beste resultaat te bereiken. Omdat ik al een leidinggevende functie heb, kan ik het geleerde direct in de praktijk brengen. Dit werkt voor mij erg goed, maar het is geen must om de opleiding te volgen.’ Brigit licht toe: ‘Samen met de scholen en besturen hebben we gekeken naar de motivatie en basiskwalificaties van de deelnemers. Daarnaast is het belangrijk dat je een werkplek hebt waar je praktijkopdrachten kunt uitvoeren. Dit kan vaak ook als je nog geen leidinggevende rol hebt.’
In februari 2023 mocht Emma haar diploma Basisbekwaam in ontvangst nemen. Waarna ze vrijwel direct doorstroomde naar de opleiding Vakbekwaam. Emma: ‘Tijdens dit 2e jaar gaat het meer over sturen op kwaliteit en het stimuleren van de verdere professionalisering van medewerkers. Ook staan we stil bij de samenhang en interactie tussen school en omgeving.’ Brigit legt uit op welke manier dit is verweven in het opleidingsprogramma: ‘We werken onder meer met serious gaming waarbij de deelnemers via simulatieopdrachten complexe vraagstukken moeten uitdiepen en oplossen. Denk aan het vormgeven van een fusie of samenwerken met gemeentes, kinderopvangorganisaties en scholen voor voortgezet onderwijs. Verder maken we een studiereis naar Wales waarbij inzichtelijk wordt hoe collega’s over de grens invulling geven aan dezelfde maatschappelijke opdracht.’
De krachten bundelen in het belang van goed onderwijs
‘Overigens hebben niet alle deelnemers ervoor gekozen om beide leerjaren te volgen’, vervolgt Brigit. ‘Sommigen zijn na het eerste jaar gestopt of hebben een tijdelijke pauze ingelast. Er waren ook schoolleiders die de kwalificaties voor Basisbekwaam al op zak hadden. Zij gaan zij nu, dankzij dit opleidingstraject, door voor Vakbekwaam.’ Hennie vertelt daarover: ‘Natuurlijk wisten we op voorhand wel dat de behoefte bestond, maar niet hoe groot de animo daadwerkelijk zou zijn. Uiteindelijk hadden we in het eerste jaar een groep van 18 deelnemers en in het tweede jaar doen er 19 mensen mee. We zijn blij met dit succes. Het laat zien hoe belangrijk het is om de krachten te bundelen. Als school of bestuur alleen krijg je zo’n opleidingstraject nooit van de grond. Daar staat tegenover dat het wel een overstijgende blik vraagt. In het belang van het onderwijs moet je verder kunnen kijken dan de eigen organisatie. Je weet dat je mensen opleidt die mogelijk ergens anders hun loopbaan gaan voortzetten. Tegelijkertijd bied je op deze manier wel ontwikkelingsperspectief, zodat waardevolle onderwijsprofessionals behouden blijven voor de sector. Daar draait het om. Het doel is immers goed onderwijs bieden aan elke leerling in de regio. Om dat voor elkaar te krijgen hebben we voldoende leraren én schoolleiders nodig.’
Creëer meer ruimte voor opleiding en professionalisering
Brigit en Emma onderschrijven het belang van een goede samenwerking in de regio. Zeker als het gaat om de aanpak van het personeelstekort. Brigit: ‘Werken in het onderwijs is fantastisch. Het is het vak dat alle andere vakken mogelijk maakt. Daar mogen we best vaker bij stilstaan. Mijn advies aan andere regio’s is dan ook: verbeter het imago van de beroepsgroep en werk als scholen, besturen en opleiders meer samen. Om te voorkomen dat de situatie wat betreft het personeelstekort nog nijpender wordt, moet je samen een langetermijnvisie realiseren met ruimte voor opleiding en professionalisering.’ Wat Hennie betreft is daarbij een belangrijke rol weggelegd voor flexibilisering van de opleidingen. Zij vertelt: ‘De tijd dat de enige route naar een carrière in het onderwijs via de pabo liep, ligt achter ons. Er zijn veel meer opleidings-, doorgroei- en instroommogelijkheden die we nóg beter moeten zien te benutten. Dat doen we vanuit een goede samenwerking tussen het werkveld en de opleidingen is daarbij essentieel. Bovendien ligt er een taak voor de overheid om regelgeving te creëren die zorgt voor voldoende bewegingsruimte voor de regio’s, zodat zij kunnen blijven innoveren met passende initiatieven.’