Niet alleen regeren is vooruitzien, maar zorgen voor voldoende leraren ook. Schoolbesturen in Voorne Putten bieden daarom hun ondersteunend onderwijspersoneel (OOP) een maatwerkopleiding en goede begeleiding, zodat zij kunnen doorgroeien naar bevoegd leraar als zij die ambitie hebben.
Onder de rook van Rotterdam is het lerarentekort nog niet nijpend, maar het is wel merkbaar. ‘Wij zijn al een paar jaar op stoom met onze strategische personeelsplanning (SPP)’, vertelt Peter Bolland. Hij is zowel coördinator van de RAP-regio Voorne Putten en Rozenburg als van de VPR-Pool van de twee samenwerkende schoolbesturen Onderwijsgroep EduMare en Nissewijs Scholengroep. Uit de SPP-cijfers kwam naar voren dat het lerarentekort vanaf 2023 groeit en dat schoolbesturen nu relatief veel OOP’ers in dienst hebben. ‘Die zijn met NPO-geld aangetrokken om leraren te ondersteunen bij het wegwerken van leerachterstanden. Natuurlijk willen we hen heel graag behouden voor het onderwijs.’
Verder groeien
Samen met Conny Maurmanns, adviseur begeleiding en opleiding bij Onderwijsgroep EduMare, en met hogeschool Thomas More nam Peter het initiatief om een traject op maat voor OOP’ers te starten. Ze kozen voor een incompany opleiding, omdat dit laagdrempelig is voor de deelnemers. Zij krijgen les op het bestuurskantoor van Onderwijsgroep EduMare en voeren praktijkopdrachten uit op hun eigen school. De studenten vormen leerteams met elkaar, wat stimulerend werkt.
Start met vlootschouw
Weten welk potentieel je hebt in school is een eerste stap, menen Peter en Conny. Daarom is er een jaarlijkse ‘vlootschouw’, waarbij de behoeftepeiling van zowel OOP’ers, directeuren als HRM in kaart wordt gebracht. Dan is het zaak om maatwerk in de opleiding, de begeleiding en het commitment van de opleidingsscholen te organiseren. Ook na de opleiding is het belangrijk om te blijven monitoren.
Niet alle OOP’ers willen doorgroeien, legt Conny uit en dat hoeft ook niet. ‘Maar velen zijn zich niet bewust van de mogelijkheden. Daarom hebben we voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd en voeren we persoonlijke gesprekken om de opties te bespreken. Collega’s die willen doorgroeien zijn juist benieuwd naar de mogelijkheden. Ook geven ze aan het fijn te vinden dat directeuren deze groei mogelijk maken. Sommigen willen niets liever dan onderwijsassistent blijven, en dat is natuurlijk prima. Anderen zouden best willen doorgroeien, maar vinden de pabo een brug te ver. En er is een groep die graag de pabo wil doen.’
Tussenstap naar de pabo
Twee jaar geleden startte EduMare met het opleidingstraject Level up, de pre-hbo opleiding Educatief Professional. Vorig jaar zijn vier mensen doorgestroomd naar de deeltijd-pabo. Aan het Level up-programma doen nu 15 mensen mee. Dit jaar zullen er tien de stap naar de pabo zetten; de anderen gaan verder voor leraarondersteuner. ‘Belangrijk is om uit te spreken wat je van elkaar verwacht,’ legt zij uit. ‘En het werkt aanstekelijk! Dit schooljaar zijn we zelfs met een groep van 26 deelnemers gestart en hebben weer vier collega’s de overstap gemaakt naar de pabo. Het mooie is dat deze collega’s bij de flexibele pabo-opleiding in drie in plaats van vier jaar doorlopen. De OOP’ers die een opleiding volgen zijn als wandelende reclameblaadjes. Ik merk dat het ze goed doet; ze zeggen bijvoorbeeld: Nu heb ik meer theoretische kennis en kan ik steeds beter meepraten over het onderwijs. Of: Ik voel dat ik van meer betekenis ben in het team en er daardoor ook echt bij hoor.’
De Level up-opleiding neemt rond de vijf uur per week in beslag, bijvoorbeeld voor praktijkopdrachten en portfolio-opbouw. Om de twee weken is er een incompany les. Een mooie tussenstap, vindt Conny: ‘Voor een aantal mensen is het best een tijdje geleden dat ze studeerden. Ze moeten praktijkopdrachten doen, zoals observeren, of zelfstandig een les voorbereiden. We vinden het belangrijk dat ze de theorie met de praktijk leren verbinden. Met onze aanpak kunnen wij hen faciliteren en begeleiden om straks die stap naar leraarondersteuner te maken of de pabo te doen. ’
Bovenschoolse begeleiding: een succesfactor
Samen opleiden betekent een oprecht commitment van bestuur en de scholen. Peter: ‘De cijfers van de personeelsplanning maken de urgentie zichtbaar. Maar het moet wel in de praktijk worden gebracht. Daarom is het zo belangrijk dat iemand de bovenschoolse regie voert en begeleiding geeft. Die aan de bel trekt als een OOP’er steun nodig heeft van de schoolleiding. In de hectiek van de dag kan een schooldirecteur dat wel eens vergeten.’
Conny: ‘OOP’ers moeten onder werktijd hun praktijkopdrachten doen. Daar is ruimte en tijd voor nodig. Ik coach ze als dat moeilijk gaat; zij moeten ook leren om daar het gesprek over aan te gaan. Je moet dus iedereen in de school meenemen in deze ontwikkeling.’
Voldoende nieuwe OOP’ers
Lopen de scholen niet het risico om straks weliswaar genoeg leraren te hebben, maar een tekort aan onderwijsassistenten? ‘We moeten zeker goed opletten’, vindt Peter. ‘We hebben goed contact met ROC’s. Studenten van verschillende opleidingen kunnen bij ons terecht voor stageonderdelen. Zo hopen we ze enthousiast te maken voor een keuze voor het onderwijs. Natuurlijk werven we ook actief via onze website.’