Door oog te hebben voor elkaar behoud je jong startende leraren

De Prins Willem-Alexanderschool is een kleine dorpsschool met zo’n 116 leerlingen in Waarder, een dorp in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De school vindt het belangrijk dat elk kind en iedere medewerker gezien en gewaardeerd wordt. Jong startende leraren krijgen dan ook volop de ruimte om in een prettige en veilige werkomgeving hun talenten en ambities verder te ontplooien.
Het motto ‘oog voor jou’ geldt voor alle scholen binnen de stichting De Vier Windstreken (D4W), waar de Prins Willem-Alexanderschool onder valt. Personeelsadviseur Michelle Vos vertelt: ‘We richten ons op de ontwikkeling van zowel leerlingen als medewerkers. Het één gaat niet zonder het ander. Elke medewerker binnen de stichting kan daarom rekenen op een uitgebreid scholingsaanbod. Voor startende leraren hebben we daarnaast een driejarig starterstraject dat bestaat uit bovenschoolse intervisie- en netwerkbijeenkomsten en coaching op maat door een onafhankelijke coach. De invulling van de coaching is afhankelijk van de persoonlijke behoeften en leerdoelen. Dit kan bijvoorbeeld beeldcoaching zijn, hulp bij persoonlijke vraagstukken of het uitvoeren van reflectieoefeningen.’ Dit starterstraject staat niet op zichzelf, het sluit aan op de begeleiding van stagiaires. Met opleidingsscholen in de regio vormt D4W een Partnerschap in Opleiding en Ontwikkeling (POO). De schoolopleider is daarbij verantwoordelijk voor het stagetraject. Wanneer iemand de opleiding afrondt en aan de slag gaat als startende leraar, blijft de schoolopleider beschikbaar voor vragen of advies.
‘Jonge starters komen met een frisse blik binnen en kijken anders naar dingen die wij inmiddels heel normaal vinden.’
Functioneren als volwaardig teamlid
De Prins Willem-Alexanderschool telt op dit moment twee jonge starters. Net als de stagiaires zijn zij vanaf de eerste dag echt onderdeel van het team. Dat is een van de dingen die directeur Madelon Weerheim noemt als succesfactor. ‘Ik vind het belangrijk dat een starter zich snel thuis voelt in de schoolorganisatie en cultuur. Dit betekent dat we ze bij zoveel mogelijk dingen betrekken en hun inbreng waarderen.’ Verder hebben de jonge professionals een persoonlijke mentor op school. Dit is een ervaren collega die hen stapsgewijs meeneemt in het reilen en zeilen op school. Van het voorbereiden van de lessen tot het gebruik van de kwaliteitskaarten. Ook kan de starter de mentor vragen een rol te spelen bij de ontwikkelpunten die voortkomen uit de voortgangs- en beoordelingsgesprekken. Madelon: ‘Als directeur heb ik daarnaast een faciliterende rol. Ik informeer regelmatig hoe het gaat, zo kunnen we tijdig bijsturen als dat nodig is. Voldoet het starterstraject bijvoorbeeld aan de verwachtingen? Lopen ze ergens tegenaan? Daarbij benadruk ik altijd dat er geen domme vragen zijn en dat ze het vooral moeten aangeven als ze denken dat iets anders of beter kan. Daar kunnen wij ook weer van leren. Zij komen immers met een frisse blik binnen en kijken anders naar dingen die wij inmiddels heel normaal vinden.’
Het werk behapbaar houden
Als jong startende professional in het onderwijs komt er veel op je af. Om dit in goede banen te leiden, streeft Madelon ernaar om de taken en verantwoordelijkheden behapbaar te houden. Daarover zegt ze: ‘Zeker de eerste twee jaar ligt de nadruk op de eigen klas. Hoe wil jij het regelen in de klas? Wat vind je belangrijk? Waar liggen je kwaliteiten? Daar horen ook oudergesprekken, lesvoorbereiding, nakijkwerk en administratie bij. Plus natuurlijk de bijeenkomsten en coaching binnen het starterstraject. Indien nodig kan ik een jonge starter een of twee uur uitroosteren. Dat kan omdat ik een fijn invalteam heb en een MT-lid dat meestal wel even kan bijspringen.’ Michelle vult aan: ‘Vanuit de stichting hebben we de afspraak dat een jong startende professional het eerste jaar volledig is vrijgesteld van naschoolse taken zoals projecten, werkgroepen en commissies. In het tweede jaar is die vrijstelling 60 procent en in het derde jaar 40 procent. Verder hebben starters recht op extra duurzame inzetbaarheidsuren. De invulling daarvan gebeurt in overleg met de scholen. Denk aan tijd voor lesvoorbereiding of meekijken met een collega.’
Inleven in generatie Z
Om jonge starters een goede begeleiding te bieden, blijven de directeuren en andere betrokkenen vanuit de stichting graag op de hoogte van de nieuwste inzichten. Zo volgde Michelle onlangs een kennissessie over generatie Z en hun behoeften. Michelle vertelt daarover: ‘Het is een ondernemende en mondige generatie die oprecht geïnteresseerd is. Bovendien maken ze graag deel uit van een groter geheel, waarbij gelijkwaardigheid en openheid voorop staan.’ Madelon beaamt dit: ‘Op het moment dat ze zich echt betrokken en gewaardeerd voelen, gaan ze vliegen voor de schoolorganisatie. Dit krijg je aan de ene kant voor elkaar door je te verplaatsen in hun belevingswereld en te laten zien hoe zij kunnen bijdragen aan de visie en doelstellingen van de school. Aan de andere kant zijn het soms hele kleine dingen zoals tijdens bijeenkomsten niet alleen koffie en thee schenken, maar ook frisdrank en iets lekkers aanbieden.’
‘Het is cruciaal dat een startende leraar zich gesteund voelt door de rest van het team.’
Compromissen sluiten
Het creëren van passende werkplekken voor jong startende leraren gaat soms gepaard met dilemma’s en compromissen sluiten. Madelon is hier zo open en eerlijk mogelijk over naar haar team. ‘Een aantal jaar geleden hadden we een team met relatief veel startende leraren. Dat betekent dat je soms toch een starter voor een iets lastigere groep moet zetten. Als zo’n groep dan halverwege het schooljaar niet lekker draait, dan is dat een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het is cruciaal dat een startende leraar zich gesteund voelt door de rest van het team. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat we besluiten om een extra activiteit te schrappen, zodat er meer tijd en ruimte is voor collegiale ondersteuning. Natuurlijk schuurt dit, want je wilt het liefst alles doen, maar uiteindelijk zorgt het er wel voor dat niemand uitvalt.’
Tips voor een werkplek op maat
- Zorg als bestuur voor een helder, eenduidig en uitvoerbaar beleid voor alle scholen.
- Begin je beleid bij stagiaires en leraren in opleiding, zij zijn de toekomstige collega’s.
- Wees als directeur zichtbaar, betrokken en toegankelijk, zodat startende leraren je weten te vinden bij vragen en problemen en je snel kunt bijsturen.
- Behandel iedereen gelijk en zorg voor een collegiale sfeer.
- Sluit qua communicatie aan bij de belevingswereld van de nieuwe generatie.
- Zorg ervoor dat startende leraren zich gesteund en gewaardeerd voelen.
Wensen voor jong startende professionals
‘Eigenlijk zou elke jong startende professional een dag per week beschikbaar moeten hebben voor lesvoorbereiding en administratie’, aldus Madelon. Helaas is dat in de praktijk vaak niet mogelijk. Michelle gunt daarnaast elke leraar een landelijke ‘D4W-academie’. ‘Binnen de academie bieden we didactische, pedagogische en vakinhoudelijke scholing en trainingen gericht op persoonlijke ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid. Van lessen over kinderen met een taalachterstand tot informatie over de meldcode Veilig Thuis en workshops over timemanagement. Dit doen we in de vorm van leertrajecten, themabijeenkomsten, workshops en online cursussen. Hoe mooi zou het zijn als we dit landelijk kunnen organiseren en nog breder kennis en informatie kunnen uitwisselen voor de ontwikkeling van leraren? Ook hoop ik dat alle jong startende professionals terechtkomen op een prettige en sociaal veilige werkplek waar ze de ruimte krijgen om te vragen wat ze nodig hebben.’