Een goede basis voor een succesvolle toekomst

De Immanuelschool geeft jong startende leraren ruimte om te groeien in hun vak
Jezelf ontwikkelen is een belangrijk speerpunt op de Immanuelschool in Oudewater. Dat geldt voor leerlingen én voor medewerkers. ‘Gelukkig leren’ is daarbij het uitgangspunt, want leren lukt alleen als je goed in je vel zit. Voor jong startende leraren betekent dit dat zij coaching en begeleiding krijgen, fouten mogen maken en met en van elkaar leren.
Een driejarig starterstraject
De Immanuelschool telt 175 leerlingen en maakt deel uit van stichting De Vier Windstreken (D4W) waar in totaal 15 basisscholen en een school voor speciaal basisonderwijs onder vallen. Directeur van de Immanuelschool Babette de Vries vertelt: ‘Wij hebben bij ons op school twee startende leraren die vorig jaar zijn afgestudeerd en een bijna afgestudeerde leraar in opleiding. Samen met andere jonge starters binnen D4W doorlopen zij de eerste drie jaar een starterstraject bestaande uit coaching, netwerkbijeenkomsten en opleidingsmogelijkheden. Daarnaast laat ik zien dat fouten maken mag. Dat geldt voor leerlingen én voor medewerkers. Sterker nog, ik moedig het aan. Fouten durven maken en daarvan leren is onderdeel van onze schoolcultuur. Ik ben daar heel open in, want ook ik ben niet onfeilbaar. Wanneer ik iets verkeerd heb aangepakt, dan benoem ik dit en laat ik zien hoe je daar op een goede manier mee kunt omgaan. Op deze manier leren we van elkaar.’
Het aantrekken en behouden van jonge leraren
Babette ziet veel voordelen in het aantrekken en behouden van startende leraren. ‘Ze zijn enthousiast en gemotiveerd om aan de slag te gaan en het beste uit zichzelf te halen. Ook nemen ze actuele kennis mee vanuit de opleiding en denken ze buiten de bestaande kaders. Ze kunnen op die manier vernieuwing aanwakkeren.’ Daarom streeft Babette ernaar om elk jaar een vierdejaars leraar in opleiding aan te nemen. ‘Door een leraar in opleiding mee te nemen in de formatie, leer je iemand goed kennen en ontdek je of diegene past op school.’ Het spreekt vanzelf dat ze daarbij afspraken maakt over taken, verantwoordelijkheden en leerdoelen en dat de leraar in opleiding goede begeleiding krijgt.
‘Het liefst behouden we zo’n leraar natuurlijk ook na het afstuderen. Dat kan bij ons op school zijn of op een van de andere scholen van D4W. We hebben als directeuren onderling regelmatig contact over de leraren in opleiding en de starters, zodat we hen zo veel mogelijk binnenboord houden.’ Daarnaast is personeelszaken nauw betrokken bij het aantrekken en behouden van deze jonge professionals. Zij gaan met hen in gesprek over hun wensen en verwachtingen en de mogelijkheden die ons starterstraject biedt.’
Je moet niet vergeten dat het echt starters zijn. Er komt veel op hen af en ze hebben hoge verwachtingen van hun functie én van zichzelf.
Verwachtingen managen met de juiste begeleiding
Als jong startende leraar op de Immanuelschool kun je rekenen op een zachte landing. Zo krijgt elke nieuwe medewerker, dus ook de jong startende, een praktische checklist met betrekking tot de dagelijkse gang van zaken op school. Daarnaast heb je als starter een maatje, een betrokken collega die je wegwijs maakt en waarbij je terecht kunt met praktische vragen. De ib’er zorgt er verder voor dat duidelijk is welke leerlingen op welk vlak extra zorg of aandacht nodig hebben.
Babette houdt bovendien zelf goed in de gaten hoe het gaat. Daarover zegt ze: ‘Ik loop regelmatig de klas in en ik zorg dat ik aanwezig ben bij de koffiemomentjes in de teamkamer. Als ik merk dat het even wat minder gaat, dan vraag ik waar diegene op dat moment behoefte aan heeft. De een vindt het fijn als ik een keer extra langskom in de klas, terwijl de ander liever na schooltijd met mij wil sparren. Je moet niet vergeten dat het echt starters zijn. Er komt zeker in het begin veel op hen af en ze hebben daarbij hoge verwachtingen, van hun functie én van zichzelf. Dat moet je goed managen door voldoende tijd en aandacht te steken in de begeleiding.’
Soms een uur uitroosteren
Een ander belangrijk punt van aandacht is een goede verdeling van taken en verantwoordelijkheden en het voorkomen van een te hoge werkdruk voor jonge starters. ‘Ze storten zich vaak vol energie op hun werk, maar zijn nog niet altijd in staat grenzen en prioriteiten te stellen. Hierdoor komen ze sneller in de knel dan hun meer ervaren collega’s,’ aldus Babette. ‘Daar moet je voor waken.’ Daarom roostert ze een startende leraar soms in overleg een uur uit. Bijvoorbeeld als iemand vastloopt in het voorbereiden van de lessen in combinatie met andere naschoolse taken. Of als een jonge starter moeite heeft met de organisatie in de klas. Die kan dan bijvoorbeeld extra tijd besteden aan scholing op dit gebied.
Babette licht toe: ‘In de praktijk gaat het om slechts enkele uren per jaar. Bovendien kunnen we hiervoor, in samenspraak met de medewerker, de duurzame inzetbaarheidsuren voor starters inzetten.’ Dit bijzonder duurzaamheidsbudget van 40 uur boven op het basisbudget dat iedere leraar krijgt, gebruiken de jonge starters op de Immanuelschool verder om bij collega’s in de klas te kijken. ‘Daar leren ze veel van, net als van het bespreekbaar maken van fouten en het geven en ontvangen van feedback. Het zorgt ervoor dat ze zich gezien en gesteund voelen en ze weten hierdoor beter waar hun ontwikkeldoelen liggen.’
Samen zoeken naar oplossingen
Dilemma’s zijn er ook. ‘Een formatiebespreking levert altijd dilemma’s op’, vertelt Babette. ‘Soms komt het zo uit dat je een leraar over meerdere groepen moet verdelen. Uit ervaring weet ik dat je dit niet met een starter moet doen. Zelfs niet als iemand zelf aangeeft het geen probleem te vinden. De kans is groot dat diegene halverwege het jaar toch vastloopt, omdat dit nu eenmaal meer vraagt van een leraar. Ook is het geen goed idee om een starter voor een ‘moeilijke’ klas te zetten. Ik bespreek dit soort dilemma’s met het hele team, zodat we het als een gedeelde verantwoordelijkheid ervaren. Vaak lukt het dan wel om tot een oplossing te komen.’
Babette: ‘In een ideale situatie staat een startende leraar het eerste jaar vier dagen in de week voor een eigen groep. De vijfde dag is dan voor het beter leren kennen van de school, het werken met kleine groepen leerlingen die extra aandacht nodig hebben en administratieve taken. Vorig jaar hebben we dat kunnen realiseren en ik heb toen gemerkt hoe fijn dit is. Dat gun ik elke jong startende leraar.’
Wees zuinig op startende leraren. De manier waarop zij landen in de praktijk is bepalend voor de rest van hun carrière.
Wees zuinig op starters
Het belangrijkste advies dat Babette andere scholen wil meegeven? ‘Wees zuinig op starters. De manier waarop zij landen in de praktijk is bepalend voor de rest van hun carrière. Luister naar wat zij nodig hebben en lees soms tussen de regels door. Niet elke starter geeft uit zichzelf aan dat het even wat minder goed gaat.’ Haar tips voor een aantrekkelijke werkomgeving passend bij de wensen en behoeften van jong startende leraren:
- Leg een stevige basis met een starterstraject.
- Zorg voor praktische, onderwijsinhoudelijke en persoonlijke begeleiding en coaching.
- Ga in gesprek en luister naar de behoeften en wensen.
- Vraag regelmatig hoe het gaat, niet alleen tijdens formele gesprekken.
- Geef vertrouwen en laat zien dat fouten maken mag.
- Maak gebruik van de duurzame inzetbaarheidsuren voor starters en rooster ze een uur uit als dat nodig is voor hun ontwikkeling en welbevinden.
Biografie/cv
Babette de Vries ging na het voltooien van haar Pabo-opleiding aan de slag als Intern begeleider en Locatieleider. Ze volgde twee opleidingen tot schoolleider, waarna ze in maart 2020 startte als directeur van de Plaswijckschool en Wilhelminaschool. Sinds 2022 is zij werkzaam als directeur voor de Immanuelschool.