Directeur Jenny van Hove en intern begeleider (ib’er) Marjolein de Jong van de PCBO Emmaschool in Apeldoorn zien duidelijk de voordelen van de samenwerking met jeugdhulp. Marjolein: ‘Sinds we werken met een zorgteam lopen de processen beter. Leerlingen met een zorgvraag krijgen sneller de juiste hulp en ondersteuning.’
De Emmaschool is, zoals Jenny zegt, een onderwijsachterstandenschool (OAB-school). Ze vertelt: ‘Veel ouders van leerlingen hebben sinds de coronacrisis moeite om hun gezin op een goede manier draaiende te houden. We zagen dat de ondersteuningsbehoefte van ouders en kinderen toenam. Daarom krijgen we onder andere subsidie van het Jeugdeducatiefonds, zodat we leerlingen kunnen voorzien van een gezond ontbijt en een gevulde lunchtrommel.’
De zorg voor leerlingen beter stroomlijnen
Marjolein: ‘We zijn op de Emmaschool met twee fulltime ib’ers en onze rol is heel breed. Zo zijn we niet alleen verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg op school en het coachen van leraren, maar ook voor het contact met externe zorgpartners. Vanwege de toegenomen ondersteuningsbehoefte ging er steeds meer tijd zitten in het managen van deze contacten. Bovendien kostte het moeite om hulpvragen op een constructieve manier bij de juiste mensen te beleggen. Daar zaten verschillende administratieve, procesmatige of inhoudelijke redenen achter, waar wij als ib’ers moeilijk grip op kregen. Dat moest anders, daarom zijn we gaan onderzoeken wat we nodig hadden om de zorg voor leerlingen samen met de zorgpartners beter te stroomlijnen en te borgen.’
Het zorgteam
Dit resulteerde in het opzetten van een zorgteam dat om de vijf à zes weken samenkomt voor overleg. Marjolein: ‘Dit team bestaat uit de schoolmaatschappelijk werker, een jeugdverpleegkundige van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), een gedragswetenschapper vanuit het samenwerkingsverband passend onderwijs (SWV Apeldoorn) en een medewerker van OJA! (Onderwijs en Jeugdhulp Apeldoorn). Plus mijn collega en ik als ib’ers vanuit de school. Jenny vult aan: ‘Als het nodig is, sluiten andere betrokken aan, zoals de wijkagent of iemand die gespecialiseerd is in rouwbegeleiding bij kinderen. Als directeur ben ik er af en toe bij. Niet zozeer om inhoudelijk input te leveren, maar meer om zicht te houden op wat er speelt.’ Marjolein vervolgt: ‘Als school hebben wij de regie. Dit betekent dat wij de nieuwe casussen of de casussen waarvoor een vervolgstap nodig is ter sprake brengen. Vervolgens kan de rest van het zorgteam daarop reageren. Soms gebeurt dit anoniem, maar vaak geven ouders toestemming om een leerling te bespreken. Dat is fijn, want het kan zijn dat een andere partner aan tafel al contact heeft met de betreffende leerling. Die informatie kunnen we dan naast de nieuwe situatie leggen, zodat er een compleet beeld ontstaat en we sneller de juiste vervolgstappen kunnen formuleren.’
Dankzij het zorgteam kunnen we ouders een concreet en integraal plan voorleggen. Hierdoor komen zij sneller in beweging.Marjolein de Jong, intern begeleider
De betrokkenheid van ouders en leraren
Marjolein: ‘Een voordeel is dat we ouders meer bij de hand kunnen nemen. In plaats van te zeggen ‘het zou goed zijn als je naar het CJG gaat’, kan ik nu een concreet en integraal plan voorleggen. Dat geeft houvast en perspectief, waardoor ouders sneller in beweging komen.’ Jenny benadrukt dit: ‘Bouwen aan een vertrouwensrelatie met de ouders is essentieel voor het realiseren van de juiste hulp en ondersteuning. In de meeste gevallen nemen de ib’ers het voortouw in deze gesprekken, eventueel samen met de leraar.’ Marjolein: ‘We kijken wel altijd of het een meerwaarde heeft om een leraar erbij te betrekken. Hun primaire focus ligt natuurlijk bij de lesgevende taken. We maken daarin altijd een goede afweging om hen niet onnodig te belasten. Tegelijkertijd is het voor de leraren prettig dat ze altijd kunnen terugvallen op de ib’ers en het zorgteam als ze ergens tegenaan lopen qua zorgbehoefte in de klas. Als ze nu aan de bel trekken, dan weten ze dat een hulpvraag goed opgepakt wordt. Dat geeft rust en vertrouwen binnen het team.’
De positieve lijn voortzetten
Jenny: ‘Ik zorg ervoor, als directeur, dat de randvoorwaarden aanwezig zijn om het zorgteam goed te laten functioneren. Zo ben ik bijvoorbeeld in gesprek gegaan met mijn bestuurder omdat we te weinig uren hadden voor schoolmaatschappelijk werk. Dat is vervolgens opgehoogd. Daar maak ik me sterk voor in overleggen met het bestuur, de gemeente en het samenwerkingsverband passend onderwijs. Zodat ze het belang zien van blijvende financiering van het team. Dankzij de ondersteuning die we met het zorgteam bieden, kunnen we voorkomen dat onze leerlingen uitstromen naar het speciaal onderwijs.’ Marjolein voegt daaraan toe: ‘Bovendien willen we graag nog meer inzetten op zorgpreventie, zodat leerlingen de kans krijgen om zich op een goede manier te ontwikkelen. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we onderzoeken hoe we met de mensen en middelen die we hebben nóg meer slagkracht kunnen realiseren. Het is dus in alle opzichten van belang dat er voldoende tijd en geld beschikbaar blijft om deze positieve lijn voort te zetten.’
Wij zijn de verbindende schakel tussen leerlingen, ouders, leraren en zorgverleners.Marjolein de Jong, intern begeleider
Takenpakket van de ib’er
Deze verbeterde samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg heeft invloed op het takenpakket van de ib’ers op school. Daarover vertelt Marjolein: ‘Daar waar de leraren zich vooral richten op het groepsproces, richten mijn collega en ik ons vooral op de individuele leerling en wat die nodig heeft om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Dit deden we voorheen ook al, maar nu neemt het een groter deel van mijn dagelijkse werk in beslag. Mijn collega en ik fungeren daarbij als de verbindende schakel tussen leerlingen, ouders, leraren en zorgverleners. Hierdoor zijn leraren beter op de hoogte van wat er speelt bij de leerlingen, maar zijn zij ook meer beschikbaar voor hun primaire taak: lesgeven.’
Verdere effecten op het werk
‘De komst van het zorgteam op zichzelf heeft niet direct invloed gehad op de arbeidsvoorwaarden van het team’, vertelt Jenny. ‘Wel besteden we veel aandacht aan professionalisering op het gebeid van zorg, door de inzet van extra studiedagen. Daarvoor vragen we externe deskundigen, bijvoorbeeld op het gebied van gedrag, sociaal-emotioneel leren en traumasensitief werken. Dankzij verschillende subsidies hebben we verder aan elke groep een onderwijsassistent, leraar in opleiding, zij-instromer of tweede leraar kunnen koppelen. Zo zijn er in alle groepen extra handen in de klas, waardoor leerkrachten tijd hebben om aan te sluiten bij de zorgteamgesprekken. Daarvoor hebben we onder meer mensen uit de zorg aangetrokken, zoals een doktersassistent die nu als onderwijsassistent werkt. De kennis en ervaring die zij meeneemt, bijvoorbeeld op het gebied van zindelijkheid en gezonde voeding, komt in de klas goed van pas.’
Tips van De Emmaschool voor een succesvolle samenwerking met zorg:
- Blijf continu communiceren met de verschillende (zorg-)partners.
- Leg eigenaarschap bij de betrokken partijen. Maak concrete afspraken over wat andere partijen kunnen bieden.
- Zie het kind niet los van de ouders. Bouw ook aan een vertrouwensrelatie met de ouders.
- Heb lef om nieuwe dingen uit te proberen.
De samenwerking tussen onderwijs en zorg op onze school hebben we succesvol kunnen vormgeven doordat we denken in mogelijkheden.Jenny van Hove, schooldirecteur
In mogelijkheden denken
‘We hebben de samenwerking tussen onderwijs en zorg op onze school succesvol kunnen vormgeven doordat we denken in mogelijkheden’, aldus Jenny. Marjolein beaamt dit: ‘Het helpt om een flexibele mindset te hebben. We bedenken nu eerst met elkaar wat nodig is om verder te komen en kijken daarna op welke manier en met welke mensen en middelen we dat kunnen realiseren.’ Jenny: ‘Andere scholen die hiermee bezig zijn, wil ik dan ook als tip meegeven om een open gesprek te voeren met alle betrokkenen in plaats van de bal bij de ander neer te leggen. Neem je zorgpartners mee in de uitdagingen waarmee je te maken hebt en laat ze meedenken over de oplossingsrichting.’ Marjolein vult aan: ‘Doordat wij nu op reguliere basis met elkaar overleggen zijn de zorgpartners al in een vroeg stadium betrokken. Hierdoor ontstaat een gedeelde verantwoordelijkheid in het belang van het kind, terwijl we voorheen regelmatig naar elkaar keken voor de oplossing.’
Verkenning naar samenwerking tussen onderwijs en zorg
Al eerder deed het Arbeidsmarktplatform PO onderzoek naar de manieren waarop het primair onderwijs samenwerkt met andere partijen. Dit heeft geresulteerd in de literatuurverkenning Samenwerken is vermenigvuldigen en de verkenning De kracht van samenwerking. Hieruit blijkt onder andere dat er geen blauwdruk bestaat voor de samenwerking en dat scholen zoekende zijn in hoe ze dit kunnen vormgeven. Ook is er nog weinig bekend over de verschillende bevorderende en belemmerende factoren en de effecten voor de onderwijsprofessionals. Naar aanleiding van deze verkenningen heeft het Arbeidsmarktplatform PO besloten verder onderzoek te doen naar samenwerking tussen schoolorganisaties en externe partijen.