Welke lessen kunnen we tot nog toe trekken uit de RAP-aanpak? En hoe kunnen regio’s de geleerde lessen inzetten voor verduurzaming van de regionale samenwerking? Om die vragen draaide de vierde en laatste (hybride) bijeenkomst in het kader van ‘Samenwerken loont’, op maandag 27 juni in Utrecht.
Varen in de mist: werk aan je unieke verhaal
Hoe kun je als schoolbestuurder, schoolleider of RAP-projectleider ‘varen in de mist’ als je niet precies weet hoe morgen eruit ziet? Om die vraag draait de keynote van Lidewey van der Sluis, (onder meer) hoogleraar Strategisch Talent Management aan de Nyenrode Business Universiteit.
Van der Sluis vertelt onder meer dat mensen tegenwoordig vooral willen werken bij een organisatie met een helder verhaal. ‘Ik maak zelf vaak de vergelijking met Tony’s Chocolonely. Deze succesvolle chocoladefabrikant heeft een duidelijke maatschappelijke missie, namelijk het streven naar 100 procent slaafvrije chocolade. De chocolade zélf is niet per se onderscheidend; mensen willen er graag werken vanwege dat unieke verhaal, die unieke identiteit.’
In het onderwijs werkt dat volgens Van der Sluis net zo. ‘Succesvol zijn met name moderne organisaties die uitstralen dat ze iets doen wat betekenis heeft en die dat verhaal op een consistente manier over het voetlicht brengen. Laat als bestuur en als school zien wat je belofte is voor de wereld en voor de maatschappij, dan spring je er vanzelf uit op de arbeidsmarkt en zul je zien dat steeds meer mensen bij je ‘merk’ willen horen.’
Van der Sluis schetst ten slotte de contouren van de Organization 3.0, waarbinnen het niet gaat om salaris of arbeidsvoorwaarden, maar om de verbinding tussen mensen, de trots waarom je iets doet, en het doel en het perspectief. ‘Werk is relationeel; hoe mensen samenwerken – de zogenoemde dance – bepaalt de uitkomst. Vergeet niet: menselijk en sociaal kapitaal vormen geen kostenpost, mensen zijn juist de waardedragers.’
SchoolpleinNoord: hét onderwijsloket voor Noord-Nederland
Medio 2020 ging – op initiatief van de vier RAP-projecten in Groningen, Drenthe en Friesland –SchoolpleinNoord van start, als hét centrale platform voor Noord-Nederland op het gebied van arbeidsmarkt, loopbaan en professionele ontwikkeling.
In korte tijd is de site uitgegroeid tot een belangrijk regionaal onderwijsloket, vertelt kwartiermaker Dette Schouten. ‘SchoolpleinNoord is er niet alleen voor ‘zoekend’, maar ook voor ‘zittend’ personeel. We willen verder kijken dan tekorten alléén, onder meer door de bestuurlijke samenwerking op thema’s als behoud, loopbaanontwikkeling en mobiliteit aan te jagen. Ook willen we verder uitgroeien tot een regionaal kennisplatform, dat relevante content biedt rondom actuele ontwikkelingen in het onderwijs en waar aangesloten partijen good practices kunnen delen. Met deze en andere initiatieven willen we het gelegde fundament in Noord-Nederland de komende jaren verder versterken en uitbouwen.’
Download de presentatie van SchoolpleinNoord of bekijk deze video waarin het bestuur van SchoolpleinNoord zichzelf voorstelt.
Strategische Personeelsplanning: een routekaart
Steeds meer scholen maken gebruik van Strategische Personeelsplanning (SPP) om beter zicht te krijgen op de toekomstige in- en uitstroom. Ze maken in dat kader bijvoorbeeld gebruik van het Scenariomodel PO, dat hen in staat stelt om eenvoudig verschillende toekomstscenario’s op te stellen.
Het komen tot een deugdelijke Strategische Personeelsplanning in de regio kan een behoorlijke uitdaging zijn voor scholen en besturen, constateert Hetty de Jong. Namens het Arbeidsmarktplatform PO schetst zij daarom de stappen om tot strategische personeelsplanning te komen; van afspraken over de juiste samenwerkingsvorm tot het inrichten van het scenariomodel of een andere tool, en van afstemming met de opleidingen en andere stakeholders tot het formuleren van concrete oplossingsrichtingen.
Download de presentatie van Hetty de Jong.
Pabo-ALO: succesvolle dubbele lerarenopleiding
Leid studenten in vijf jaar op voor zowel de Pabo als de ALO en zorg zo voor breed inzetbare leraren: in een notendop is dat de gedachte achter de ‘bi-diplomering’ die de Hogeschool Arnhem-Nijmegen de afgelopen jaren ontwikkelde.
Volgens Debby Cobben (projectleider vanuit de pabo) en Joep Manders (projectleider vanuit de ALO) is het traject een succes; de ‘bi-diplomering’ heeft ervoor gezorgd dat meer studenten voor het onderwijs behouden zijn gebleven en dat meer mannen (ook) voor het po kiezen. Bovendien zijn de afgestudeerden breed inzetbaar en ontwikkelen ze een ‘holistische’ manier van lesgeven, waarbij de kinderen op alle vlakken worden gezien.
Debby Cobben: ‘De reacties uit zowel het werkveld als van studenten zijn positief. De komende tijd gaan we dit initiatief – dat inmiddels navolging heeft gekregen bij de Hanze Hogeschool en bij Fontys Hogescholen – daarom verder uitbouwen en onder de aandacht brengen.’
Download de presentatie van de HAN. Of bekijk deze animatie waarin wordt uitgelegd wat de dubbele lerarenopleiding inhoudt en waarom je als student voor dit traject zou kiezen.
Deeltijd in het onderwijs
In de pilot ‘Deeltijd in het Onderwijs’ verkende de Haagse Stichting Lucas Onderwijs hoe urenuitbreiding kan bijdragen aan vermindering van het lerarentekort. Diverse interventies op enkele ‘proeftuinscholen’ – waaronder een communicatiecampagne, een informatiepakket, dialoogsessies en 1-op-1 gesprekken – moesten in deeltijd werkende leraren ertoe verleiden om méér uren te gaan maken. En dat werkte, vertelt Jan-Abel Bolten (beleidsmedewerker Onderwijs, Kwaliteit en Innovatie). ‘De pilot heeft geleid tot concrete urenuitbreidingen en had positieve effecten op de organisatie. Zo gingen de betrokkenheid en het werkplezier op de betrokken scholen omhoog en wordt er nu meer gedacht: wat is er wél mogelijk?’
In het verlengde van deze succesvol verlopen pilot zette Lucas Onderwijs – onder de noemer ‘Een passende werkplek maak je samen’ – recent een tweedaagse bootcamp op, vertelt Bolten. ‘Het doel: schoolleiders verder aan het denken zetten over mogelijkheden voor urenuitbreiding en over het bevorderen van duurzame inzetbaarheid.’